Nederlandse centra voor vreemdelingendetentie hebben nauwelijks lessen geleerd van de dodelijke Schipholbrand van elf jaar geleden. Dat concluderen Amnesty International, Stichting LOS en Dokters van de Wereld in het vandaag verschenen rapport Brand in het detentiecentrum Rotterdam. Afgelopen mei was er brand in het vreemdelingendetentiecentrum in Rotterdam. Het optreden tegen die brand en de nazorg voor de gevangenen vertoonden ernstige gebreken, zo blijkt uit het rapport. Mensen zijn later dan nodig uit hun cel bevrijd, in ieder geval vijf mensen werden naar aanleiding van de brand voor straf in een isoleercel opgesloten, geweldgebruik door personeel is niet onderzocht, meerdere mensen werden ontkleed en gevisiteerd en er is waarschijnlijk onvoldoende rekening gehouden met de kwetsbaarheid van degene die de brand heeft veroorzaakt.
De Inspectie Veiligheid en Justitie heeft geen onderzoek naar de brand ingesteld.
Licht en bloemen, symbool voor het medeleven met de vluchtelingen op 1 november 2015
Wake op 1 november 2015
Op zondag 1 november, de dag voor Allerzielen, hebben we ook dit jaar weer de migranten herdacht, die onderweg naar een veilige haven in Europa zijn omgekomen. Meer dan 3000 zijn verdronken in de Middellandse Zee. Soms krijgen ze een naam, zoals de driejarige Aylan Kurdi die begin september aan de kust van Bodrum in Turkije is aangespoeld. Maar ook binnen Europa zijn er mensen gestorven, gestikt in een vrachtauto in Oostenrijk, of in de Euro Tunnel tussen Calais en Engeland. En zelfs aan de kust van Texel is vorig jaar een verdronken vluchteling uit Syrië aangespoeld, nadat hij zwemmend Engeland vanuit Calais had willen bereiken.
De toegangshekken zijn versierd met bloemen, waxinelichtjes hebben de bijeenkomst in het licht gezet.
Het was een wake met voor mijn gevoel veel mensen in dichte pakking en er gebeurde heel veel. Een begeesterende stemming, ik begon met een wat oudere waker ditmaal niet aan de kop maar op 3/4 van de stoet samen met hem met zingen: “Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur, dat nooit meer dooft” en iedereen bleef dit zingen bij het lopen van de paar honderd meter naar de ingang. Toen kwam het welkom en het toelichten waarom een aantal mensen een brandende kaars hadden gekregen: Taizé viert een jubileum en ons aanvangslied werd daar geboren. Ik had met allen stil te staan bij het plotselinge overlijden op 68-jarige leeftijd van Cees van den Broek, de meeslepende leider van de 1 Euro-winkel in Driebergen. Meer dan dertig vluchteling kinderen hebben hun middelbare opleiding dankzij mede zijn werk met succes kunnen voltooien. De wake ging verder met de vraag: Waarom waken wij? Jesaja 2500 jaar geleden zag dat de nacht nog duurde, maar komt de morgen voor de onschuldig in het Detentiecentrum gevangen zittenden? Toen: Bomen schreeuwen niet als luisterlied. Reflectie in stilte en zonneschijn. “Situatie nu” over de mensen die nu met vele anderen naar ons toe vluchten en waarvan meer dan een half miljoen geen verblijfsvergunning zullen krijgen. Waar blijven die? Over alle nood opvanglocaties ook een nieuwe in het bos naast waar wij staan met onze wake. Over alle geestdrift van welkom heten en over alle angst. Over 4000 azc bewoners per jaar die geklinkerd worden omdat ze zelf in hoger beroep zijn gegaan of een herhaalde asielaanvraag indienden. Over de Initiatiefnota van de Tweede Kamerleden Gesthuizen/Voortman/Voordewind om humaner opvang en begeleiding zoals in de Pauluskerk Rotterdam en SNDV in Utrecht. Daarop volgde het Hirosjimagebed van Johannes Paulus II. Stilte en “Donker zijn mensendagen” zingen. We werden nog stiller om voor onze voeten een duif te horen landen: de Johannes-centrumgemeente Utrecht-Overvecht kende een Pax-duif toe aan de wake. Hij werd op onze beurt opgespeld bij degenen die vanaf het eerste uur van de wake, niet kerkelijk maar politiek actief, de wake hebben geassisteerd en ondermeer jarenlang voor een megafoon gezorgd. Als altijd eindigde de wake bij de ingang van het Detentiecentrum Kamp van Zeist met het wakelied en het in de hekken steken van heel veel bloemen en het zingen van We shall overcome.
Ditmaal werd eerst nog om verhalen gevraagd van vluchtelingen, helpers, actievoerders en zij die zich zorgen maken om die te kunnen verwoorden in de Janskerk in Utrecht a.s. zondagmiddag11 oktober terwijl buiten op het Janskerkhof een tegendemonstratie wordt gehouden tegen Pegida Nederland, die op het Neude tegen de komst van vluchtelingen in Nederland zou demonstreren.
Bijeen op 2 augustus 2015 stonden we stil bij de recentste ontwikkelingen, Situatie Nu.
Veel gedoe over de stijgende aantallen vluchtelingen naar Europa, veel angst en zorgen.
Gezond eigenbelang zou de toestroom van vluchtelingen al in een heel ander licht kunnen zetten. Over een jaar of tien is de werkende populatie in Europa zo verkleind, dat het binnen nodigen van werknemers van elders onontkoombaar lijkt. Er zijn op die termijn met name niet genoeg mensen in Nederland beschikbaar voor alle banen in de zorg. In plaats van schrik zou hen welkom heten op zijn plaats zijn.
Als wij ons in gedachten verplaatsen naar de gedetineerden hier achter de muren, dan is om deze tijd van de middag de celdeur tot morgenochtend 8 uur een half uureerder op slot dan in vroeger jaren. In het politieke spel is humanisering geboden in het behandelen van ongedocumenteerde mensen. In dat bittere spel is er deze achteruitgang opgetreden in plaats van verbetering op het punt van uren celdeuren op slot in de detentiecentra zoals in Kamp van Zeist. Wat zou voor een simpele Kamermeerderheid lichter zijn dan om de staatssecretaris bij motie te vragen daar iets aan te verbeteren?
Om in aanmerking te kunnen komen voor de definitieve regeling van het kinderpardon moet het gezin aantonen alles gedaan te hebben om vrijwillig terug te keren zonder dat dit resultaat heeft gehad. De bewijslast hiervoor is even zwaar als die voor de ‘buitenschuldregeling’. Dit is een regeling die afgewezen asielzoekers die niet terug kunnen keren vanwege het ontbreken van reisdocumenten, de kans zou moeten bieden op een verblijfsvergunning wegens het
‘buiten hun schuld’ niet terug kunnen keren naar land van herkomst. Maar in praktijk kunnen maar heel weinig mensen aan de strenge eisen hiervoor voldoen. Inlia meldt dat deze uitspraak van de Raad van State voor vluchtelingenkinderen en hun ouders en voor de hulporganisaties een grote teleurstelling is.
De laatste tijd krijgt STIL, solidariteitsorganisatie in Utrecht voor vluchtelingen en ongedocumenteerden, verontrustende berichten van cliënten dat hun behandeling in de Basis GGZ is stopgezet. Dit gaat bijvoorbeeld onder meer over getraumatiseerde vluchtelingen. NOAGG, een zorginstelling die hulp biedt aan mensen met een niet-westerse culturele achtergrond, krijgt geen vergoeding meer voor behandeling van mensen zonder verblijfsvergunning omdat zij niet kan voldoen aan de aangescherpte richtlijnen van het Zorginstituut Nederland. Mensen die niet voldoen aan de strengere eisen voor gespecialiseerde (voorheen tweede lijns-) GGZ, zoals van Altrecht, hebben dus geen toegang meer tot geestelijke gezondheidszorg.
Een bekende van STIL is vorige maand opgepakt na een ruzie in een park. Hij had daar niets mee te maken maar omdat hij in de buurt was, vroeg de politie hem toch naar zijn papieren en fouilleerde hem omdat ze op zoek was naar een mes. Vervolgens bleek dat X. geen verblijfsvergunning had, moest hij mee naar het bureau en werd in vreemdelingenbewaring gesteld. Het is voor ons de vraag of de politie hiermee niet buiten haar boekje ging. Er moet dus ook nog iemand bij de betrokken politie op de abominabele gedachte zijn gekomen van opname in het gevang van het detentiecentrum. De Europese wet- en regelgeving verbiedt opname in een detentiecentrum en terecht, want het is een slechte omgeving voor een mens. Alleen als de staatsveiligheid in het geding is of vlucht dreigt, is detentie als uiterste maatregel toegestaan. Was daar hier sprake van? Ook aan de substituut-officier van justitie, die moet toestaan dat iemand naar Kamp van Zeist wordt afgevoerd, valt hetzelfde te vragen. Waar zijn we mee bezig?
Tot slot, een positief bericht in de vakantietijd: In Duitsland zijn mensen bezig om een van de natuurvriendenhuizen open te stellen voor vluchtelingen.
De wake op 7 juni 2015 was geen samenkomst van verharde mensen. In onze gedachten verbonden met de kwetsbare mensen binnen, konden we samen onze stem verheffen en hem een lied geven. Zo verwoordden we ook met zijn allen het gebed in hoop op recht van een vreemdeling uit het Detentiecentrum (te lezen in bundel Medemens 3, KIA).
En we zongen de woorden, die ons bereikten vanuit de bovenlichten van het Detentiecentrum, die ons vrede wilden geven en dank voor alle betrokkenheid. Vragenderwijs spraken we over hoe ver de humanisering van het DTC Kamp van Zeist nu gevorderd is. Daar zijn veel stappen te gaan. Nog is het geen morgen en is waken geboden.
Zo roepen we ook: De overheid dient de IOM, de Internationale Organisatie voor Migratie, financieel te steunen om zijn assistentie bij gezinshereniging weer te hervatten. De IOM assisteerde bij gezinshereniging van 13.209 familieleden in de afgelopen 20 jaar en moet daar door geldgebrek mee stoppen. Wij stoppen niet, we blijven de ingang van het DTC verbloemen en waken door. We shall overcome.
Het is drie mei. Deze week staan we stil bij de bevrijding, 70 jaar geleden. Zeventig jaar vrijheid en nog steeds vertellen we elkaar de verhalen over die tijd van bezetting en onvrijheid. We vertellen de verhalen om niet te vergeten en om steeds weer te beseffen wat vrede en vrijheid betekenen.
We vieren de bevrijding uit de klauwen van de Duitse bezetter in de 2de Wereldoorlog. Natuurlijk is dat reden voor feestvreugde. Maar we denken ook aan de slachtoffers van die barbaarse bezetter en we noemen de namen van hen die gevallen zijn voor vrede en vrijheid.
Dat is nodig, want daardoor beseffen we misschien ook het ongemakkelijke van onze vrijheid. Want hoeveel vrijheid kunnen we eigenlijk aan met z’n allen? Wat is vrijheid waard als we daarbij ons menselijk gezicht verliezen?
Als alles voor de wind gaat lijken we soms heel menselijk, maar als er spanningen zijn, kunnen we zo maar terugvallen in wreedheid. We kunnen zomaar wolven worden voor elkaar. Wat betekent het als cijfers en regels belangrijker zijn dan mensen, als geld belangrijker is dan gerechtigheid.
Wat betekent het als we mensen niet meer zien als mensen van vlees en bloed, niet meer zien als mensen met een naam, maar als wezens met een nummer, als we het hebben over illegalen, ongedocumenteerden, uitgeprocedeerden of verwijderbare vreemdelingen.
Dan is de menselijke waardigheid in het geding, van de ander en dus ook van onszelf. Wie hier in vrijheid voor deze hekken staat, voelt zich ongemakkelijk. Vrijheid stelt ons vragen. Juist vandaag. Hoe gaan we om met elkaar en hoe gaan we om met onze vrijheid? Elk mens mag er zijn, ieder mens heeft recht op een veilige plek in Gods licht.
Kees van der Zwaard schreef een mooie tekst. Deze tekst lezen we hier bij de hoge hekken van het detentiecentrum:
Alles wat ik zoek is een plek om te bestaan een huis om in te wonen een weg om langs te gaan een wei, een plein, een tuin, een tent ik zoek vooral een stem die zegt: goed dat je er bent.
Die stem is mijn bestemming die woorden zijn mijn doel achter mijn beklemming leeft een diep gevoel een ongehoord verlangen dat zachtjes naar me wenkt en fluistert: laat je niet zo leiden door wat een ander van je denkt.
Dus ik hoef niet aan te komen met wat ik kan en wat ik doe ik hoef niet uit te leggen man, ik ben zo moe niet reserveren, niet beleggen geld speelt geen rol en niemand zal er zeggen: sorry, het is vol.
Dat is wat ik zoek een plek om te bestaan een huis om in te wonen
een weg om langs te gaan een wei, een plein, een tuin, een tent ik zoek vooral een stem die zegt: goed dat je er bent.
Deze tekst lezen we hier, omdat onze hoop niet is tegen te houden door hekken, al zijn ze nog zo hoog. Wij kennen de stem van de hoop: dat we op weg zijn naar een veilige en bewoonbare aarde, een aarde waar het goed is om te leven voor iedereen.
Achteraf gezien was de wake op 5 april 2015 een echte Paas-belevenis. Betrekkelijk veel mensen deelden met elkaar hun gevoel van opstand op de eerste Paasdag tegen onrecht en onmenselijkheid. Verzet begint in het klein en in het onopvallende, maar zwelt aan.
We hoorden het Paasverhaal van Pascal, die ettelijke keren in het Detentiecentrum Kamp van Zeist heeft vastgezeten en alles bij elkaar ook heel lang. Nu in Kinshasa een gevierd zakenman, dankbaar voor de hulp en de opleiding die hij hier heeft gekregen. Na bange avonturen en ellende, dankzij inspanningen van hemzelf, van onze en andere kanten, vormt zijn leven nu een bemoedigend Paasverhaal.
Amnesty International richtte onze aandacht op het nog altijd niet afgeschafte veelvuldig isoleren van gedetineerden in speciale isoleercellen. Een soort interne M.E. draagt geknevelde gedetineerden bij weerspannigheid naar een koude isoleercel. Je kunt om een tweede deken vragen, maar dat garandeert niet dat je die ook krijgt. Je kunt onder cameratoezicht de hele nacht huilen, je kunt na een jaar nog geestelijk kapot zijn. De advocaat weet in tal van gevallen van niets. Als je klaagt en de klacht wordt erkend, krijg je € 10 per dag schadevergoeding.
Voordat we de bloemen in het hek staken luisterden we naar de historische profetische oproep van Martin Luther King jr. uitmondend in We shall overcome en zo is het.
De wake op 1 februari 2015 is op een koude winterdag, maar de harten van een ruim veertig wakers kloppen warm voor de gedetineerden achter de hoge gevangenismuur verderop. Er wordt volop gezongen begeleid door onze gitarist Herman uit Enschede.
Strengere omstandigheden in het detentiecentrum
In weerwil van de toezeggingen aan de Tweede Kamer van een jaar geleden n.a.v. de tragische dood van de Russische jongeman Dolmatov, zijn de omstandigheden in het Detentiecentrum Kamp van Zeist niet humaner, maar integendeel strenger geworden. De tijd dat de celdeur open staat elke middag is een halfuur ingekort. Dit blijkt uit een recente brief van Kerk in Actie aan de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie.
‘Respect voor menselijke waardigheid’
Verder wordt stilgestaan bij de rechtbank uitspraak dat wie nu om bed, bad en brood komt als ongedocumenteerde, volgens de rechters niet in een vrijheidsbeperkende locatie mag worden opgesloten ‘uit respect voor de menselijke waardigheid en de normale ontwikkeling van het privéleven’. De staatssecretaris ging daartegen in hoger beroep.
Alleenstaande minderjarigen
In de uiterst problematische ‘gesloten gezinsvoorziening’, de paviljoens voor gezinnen met jonge kinderen achter de gevangenismuur van Kamp van Zeist, is ook apart plaats voor alleenstaande minderjarigen. Zij moeten daar van de staatssecretaris aan hun terugkeer werken. Daar, zegt hij, geldt nog meer dan in het cellengebouw dat opname alleen als laatste middel gebeurt. De waarde hiervan weten wij al zo lang we hier waken. En die weten ook de rapporteurs van de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Europese Unie en tal van NGO’s, zoals Amnesty International.
De bloemen werden na het zingen van het wakelied en zingend ‘We shall overcome’ tenslotte in de insluitingshekken gestoken. Het was koud, maar droog. Niet mijn ogen.
Op 14 oktober 2014 is tijdens een ledenvergadering van het Diakonische Werk Bayern de volgende tekst aangenomen:
Beieren heeft nu al viermaal sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog een stroom mensen toevlucht geboden. Na 1945 kwamen Duitsers uit Silezië. Vanaf 1970 Sudeten uit Zevenburgen en Rusland. In de jaren 90 vluchtelingen uit Bosnië en sinds 2012 een stroom vluchtelingen uit Noord Afrika, het Midden Oosten en de Balkan. Maatschappij en politiek aarzelen tussen helpen en afweren. Als Diaconie pleiten wij ervoor dat de burgers van Beieren en allen die verantwoordelijkheid dragen duidelijk een nieuwe houding aannemen: Ja, wij zijn een toevluchtsland. Dat houdt in:
1. Ja, het is goed en terecht dat wij een toevlucht bieden aan mensen die uit nood en gevaar tot ons komen. Dat past bij de christelijke aard, bij de geschiedenis en bij het karakter van Beieren: de vrije staat is er om voor mensen in de knel een vrijplaats te zijn.
Nee, Beieren kan niet een apart eiland zijn dat zich de problemen van andere volken zo ver mogelijk van het lijf houdt en hoogstens gedwongen haar humanitaire plicht vervult.
2. Ja, wij zien vluchtelingen als dragers van hoop, als mensen met mogelijkheden en ervaringen uit andere culturen, die het leven in ons land verrijken en hun bijdrage voor de maatschappij van morgen kunnen leveren; denk aan de vergrijzing en het gebrek aan vaklui.
Nee, wij zien de identiteit van ons land en van onze cultuur niet bedreigd door de mensen die hier een toevlucht zoeken, wij zijn niet bevreesd voor de veranderingen die door hun komst gaan gebeuren.
3. Ja, wij nemen de uitdaging aan, de opname van een groter aantal mensen die bescherming zoeken te accepteren. Dat eist een aanpak in groter perspectief en aanmerkelijke financiële middelen op veel gebieden – van kinderdagverblijven tot beroepsopleiding, van gezondheidszorg tot de woningmarkt. Die middelen zijn investeringen in de toekomst.
Nee, het heeft geen zin de ogen te sluiten voor de omvang van die uitdaging, het heeft geen zin halfhartig en alleen ad hoc te reageren op een ernstige noodsituatie, het heeft geen zin de illusie te koesteren dat de toestand spoedig zal veranderen.
4. Ja, allemaal moeten we meehelpen. Om een groter aantal vluchtelingen op te vangen moet er een duidelijke samenwerking komen, van overheid, kerken en verenigingen, bedrijfsleven en industrie, en niet in het minst de media.
Nee, er is geen tijd meer voor het afschuiven van de verantwoordelijkheid op anderen, ook niet voor: ‘niet bij ons’.
5. Ja, we hebben een direct welkom nodig en wat daarbij hoort. De integratie van vluchtelingen gaat des te beter, naarmate de ondersteuning vroeger inzet: menswaardige onderkomens, medische zorg, advies, taalonderwijs, werkvergunning, scholing, erkenning van buitenlandse diploma’s, woongelegenheid en bewegingsvrijheid. Doel moet zijn dat de instromer zo snel mogelijk voor zichzelf kan zorgen .
Nee, het is een verkeerde strategie om de mensen die een toevlucht zoeken het oponthoud zo ongezellig mogelijk te maken, ze jarenlang vast te houden en hen arbeid te weigeren.
6. Ja, we kunnen de uitdaging aan, zoals dat ook vroeger met de stromen vluchtelingen gelukt is. Beieren heeft maatschappelijk voldoende hulpmiddelen en ideeën om ook nu een groter aantal nieuwkomers een goede start en een geslaagde integratie mogelijk te maken.
Nee, een retoriek van ‘de boot is vol’ doet geen recht aan onze capaciteiten. Als mensen spreken over grenzen aan de onze mogelijkheden, dan horen we vaak vooral onwil. Dat wijzen we af.
7. Ja, in dit alles zien wij onszelf, in diaconie en kerk, met name aangesproken, omdat de hulp aan mensen in nood en vluchtelingen tot de kern van christelijke geloofspraktijk hoort.
Als Werkgroep Vluchtelingenwerk vanuit de Raden van Kerken van Zeist, Soesterberg en Zeist onderschrijven wij deze tekst op alle genoemde punten.
“Deze mensen worden als boeven behandeld”, zegt een oud-medewerkster van het Detentiecentrum Zeist. Ze staat met haar neus voor de stalen toegangspoort, waarachter honderden illegalen zijn opgesloten. Om haar heen staan zo’n zeventig mensen met kaarsen en bloemen. Het is zondagmiddag 7 december en er wordt gewaakt.
“Ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft. Als alles duister is”, zingen de bezoekers van de wake. De groep loopt zingend vanaf de parkeerplaats naar het hoge hek. Vooraan een jongeman met lang krullend haar en een gitaar. Achter hem lopen vooral ouderen. De groep vormt met hun kaarsen en kleurrijke paraplu’s een fel contrast met het duistere monster van beton en staal dat in de verte opdoemt…