Wake mei 2015
Het is drie mei. Deze week staan we stil bij de bevrijding, 70 jaar geleden. Zeventig jaar vrijheid en nog steeds vertellen we elkaar de verhalen over die tijd van bezetting en onvrijheid. We vertellen de verhalen om niet te vergeten en om steeds weer te beseffen wat vrede en vrijheid betekenen.
We vieren de bevrijding uit de klauwen van de Duitse bezetter in de 2de Wereldoorlog. Natuurlijk is dat reden voor feestvreugde. Maar we denken ook aan de slachtoffers van die barbaarse bezetter en we noemen de namen van hen die gevallen zijn voor vrede en vrijheid.
Dat is nodig, want daardoor beseffen we misschien ook het ongemakkelijke van onze vrijheid. Want hoeveel vrijheid kunnen we eigenlijk aan met z’n allen? Wat is vrijheid waard als we daarbij ons menselijk gezicht verliezen?
Als alles voor de wind gaat lijken we soms heel menselijk, maar als er spanningen zijn, kunnen we zo maar terugvallen in wreedheid. We kunnen zomaar wolven worden voor elkaar. Wat betekent het als cijfers en regels belangrijker zijn dan mensen, als geld belangrijker is dan gerechtigheid.
Wat betekent het als we mensen niet meer zien als mensen van vlees en bloed, niet meer zien als mensen met een naam, maar als wezens met een nummer, als we het hebben over illegalen, ongedocumenteerden, uitgeprocedeerden of verwijderbare vreemdelingen.
Dan is de menselijke waardigheid in het geding, van de ander en dus ook van onszelf. Wie hier in vrijheid voor deze hekken staat, voelt zich ongemakkelijk. Vrijheid stelt ons vragen. Juist vandaag. Hoe gaan we om met elkaar en hoe gaan we om met onze vrijheid? Elk mens mag er zijn, ieder mens heeft recht op een veilige plek in Gods licht.
Kees van der Zwaard schreef een mooie tekst. Deze tekst lezen we hier bij de hoge hekken van het detentiecentrum:
Alles wat ik zoek
is een plek om te bestaan
een huis om in te wonen
een weg om langs te gaan
een wei, een plein, een tuin, een tent
ik zoek vooral een stem die zegt:
goed dat je er bent.
Die stem is mijn bestemming
die woorden zijn mijn doel
achter mijn beklemming
leeft een diep gevoel
een ongehoord verlangen
dat zachtjes naar me wenkt
en fluistert:
laat je niet zo leiden
door wat een ander van je denkt.
Dus ik hoef niet aan te komen
met wat ik kan en wat ik doe
ik hoef niet uit te leggen
man, ik ben zo moe
niet reserveren, niet beleggen
geld speelt geen rol
en niemand zal er zeggen:
sorry, het is vol.
Dat is wat ik zoek
een plek om te bestaan
een huis om in te wonen
een weg om langs te gaan
een wei, een plein, een tuin, een tent
ik zoek vooral een stem die zegt:
goed dat je er bent.
Deze tekst lezen we hier, omdat onze hoop niet is tegen te houden door hekken, al zijn ze nog zo hoog. Wij kennen de stem van de hoop: dat we op weg zijn naar een veilige en bewoonbare aarde, een aarde waar het goed is om te leven voor iedereen.