januari 2015:
een pleidooi voor herbezinning
Op 14 oktober 2014 is tijdens een ledenvergadering van het Diakonische Werk Bayern de volgende tekst aangenomen:
Beieren heeft nu al viermaal sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog een stroom mensen toevlucht geboden. Na 1945 kwamen Duitsers uit Silezië. Vanaf 1970 Sudeten uit Zevenburgen en Rusland. In de jaren 90 vluchtelingen uit Bosnië en sinds 2012 een stroom vluchtelingen uit Noord Afrika, het Midden Oosten en de Balkan. Maatschappij en politiek aarzelen tussen helpen en afweren. Als Diaconie pleiten wij ervoor dat de burgers van Beieren en allen die verantwoordelijkheid dragen duidelijk een nieuwe houding aannemen: Ja, wij zijn een toevluchtsland. Dat houdt in:
1. Ja, het is goed en terecht dat wij een toevlucht bieden aan mensen die uit nood en gevaar tot ons komen. Dat past bij de christelijke aard, bij de geschiedenis en bij het karakter van Beieren: de vrije staat is er om voor mensen in de knel een vrijplaats te zijn.
Nee, Beieren kan niet een apart eiland zijn dat zich de problemen van andere volken zo ver mogelijk van het lijf houdt en hoogstens gedwongen haar humanitaire plicht vervult.
2. Ja, wij zien vluchtelingen als dragers van hoop, als mensen met mogelijkheden en ervaringen uit andere culturen, die het leven in ons land verrijken en hun bijdrage voor de maatschappij van morgen kunnen leveren; denk aan de vergrijzing en het gebrek aan vaklui.
Nee, wij zien de identiteit van ons land en van onze cultuur niet bedreigd door de mensen die hier een toevlucht zoeken, wij zijn niet bevreesd voor de veranderingen die door hun komst gaan gebeuren.
3. Ja, wij nemen de uitdaging aan, de opname van een groter aantal mensen die bescherming zoeken te accepteren. Dat eist een aanpak in groter perspectief en aanmerkelijke financiële middelen op veel gebieden – van kinderdagverblijven tot beroepsopleiding, van gezondheidszorg tot de woningmarkt. Die middelen zijn investeringen in de toekomst.
Nee, het heeft geen zin de ogen te sluiten voor de omvang van die uitdaging, het heeft geen zin halfhartig en alleen ad hoc te reageren op een ernstige noodsituatie, het heeft geen zin de illusie te koesteren dat de toestand spoedig zal veranderen.
4. Ja, allemaal moeten we meehelpen. Om een groter aantal vluchtelingen op te vangen moet er een duidelijke samenwerking komen, van overheid, kerken en verenigingen, bedrijfsleven en industrie, en niet in het minst de media.
Nee, er is geen tijd meer voor het afschuiven van de verantwoordelijkheid op anderen, ook niet voor: ‘niet bij ons’.
5. Ja, we hebben een direct welkom nodig en wat daarbij hoort. De integratie van vluchtelingen gaat des te beter, naarmate de ondersteuning vroeger inzet: menswaardige onderkomens, medische zorg, advies, taalonderwijs, werkvergunning, scholing, erkenning van buitenlandse diploma’s, woongelegenheid en bewegingsvrijheid. Doel moet zijn dat de instromer zo snel mogelijk voor zichzelf kan zorgen .
Nee, het is een verkeerde strategie om de mensen die een toevlucht zoeken het oponthoud zo ongezellig mogelijk te maken, ze jarenlang vast te houden en hen arbeid te weigeren.
6. Ja, we kunnen de uitdaging aan, zoals dat ook vroeger met de stromen vluchtelingen gelukt is. Beieren heeft maatschappelijk voldoende hulpmiddelen en ideeën om ook nu een groter aantal nieuwkomers een goede start en een geslaagde integratie mogelijk te maken.
Nee, een retoriek van ‘de boot is vol’ doet geen recht aan onze capaciteiten. Als mensen spreken over grenzen aan de onze mogelijkheden, dan horen we vaak vooral onwil. Dat wijzen we af.
7. Ja, in dit alles zien wij onszelf, in diaconie en kerk, met name aangesproken, omdat de hulp aan mensen in nood en vluchtelingen tot de kern van christelijke geloofspraktijk hoort.
Als Werkgroep Vluchtelingenwerk vanuit de Raden van Kerken van Zeist, Soesterberg en Zeist onderschrijven wij deze tekst op alle genoemde punten.