Zeist 2 maart 2014
Wij zullen doorgaan –
bij deze woorden denk je aan Ramses Shaffy.
Ze zitten in ons collectieve geheugen –
zijn misschien weer wakker gemaakt
door de TV-serie van kort geleden.
Het gaat niet zozeer om de inhoud van het lied………..
het is die stem die maar zingt en zingt –
als een mantra: we zullen doorgaan wij zullen doorgaan.
wij zullen doorgaan……..
Tegen wie zeggen we dit?
Tegen de wereld, de maatschappij –
Denk niet dat jullie van ons af zijn….?
Tegen onszelf –
Hou vol, samen zijn we sterk…?
Daar zit wel wat in:
na de 100e wake beginnen we weer bij 1 of we tellen door –
maar voor deze nieuwe fase moeten we wel op zoek
naar aanvulling van onze voorraad hoop en lange adem.
Zoals:
T.g.v. de jaarlijkse werelddag van migranten en vluchtelingen
schreef paus Franciscus een brief,
een brief niet over maar aan migranten en vluchtelingen –
hij zegt daarin o.a.:
Op de vlucht voor situaties van armoede
in de hoop op een betere toekomst
of gewoon om hun leven te redden
worden miljoenen gedwongen op trektocht te gaan.
Terwijl ze hopen op de vervulling van hun verwachtingen
stuiten ze op wantrouwen geslotenheid en buitensluiting
en worden ze getroffen door ander nog veel ernstiger vormen
van rampspoed die hun menselijke waardigheid verwondt.
Hij noemt hen : zusters en broeders
en laat hen weten dat hij naast hen wil staan
Hij wijst op een familie in de bijbel –
de heilige familie van Nazaret,
dit jonge gezin heeft ook uitsluiting en verwerping ervaren:
hun pasgeboren kind werd in een voerbak gelegd,
omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
Later moesten ze hun eigen land verlaten,
op de vlucht voor een wrede koning, Herodes.
Zo werden ze zelf vluchtelingen / migranten.
De heilige familie als bondgenoot van migranten en vluchtelingen –
als reisgenoot van zovelen op zoek naar een betere wereld.
Zo staan wij hier – als bondgenoot en reisgenoot
En zolang het nodig is
blijven we waken en bidden,
blijven we dromen over:
deze wereld omgekeerd – een betere wereld.
blijven we zingen van:
…. dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft,
dat dorst en honger zijn verdreven.
En bij dat dromen hoort ook doen:
Zusters van Liefde congregatie in Brabantse Schijndel
maakten 150 kaarten – die worden straks uitgedeeld,
om te sturen aan de leden van de Tweede Kamer.
Een kaart met drie vragen
aan onze volksvertegenwoordigers:
– hoe is het mogelijk dat vreemdelingen zonder papieren
geen recht hebben op onderdak, brood, kleding?
– hoe is het mogelijk dat er een wet komt
die aan deze mensen zonder geld
( ze mogen niet werken, hebben geen uitkering)
een eigen bijdrage vraagt van E 5,- voor medicijnen?
– hoe is het mogelijk dat zij geen rechtshulp meer kunnen krijgen,
door bezuinigingen kunnen advocaten hen niet meer bijstaan..
Zo lang we dat moeten blijven vragen:
Hoe is het mogelijk….?
zolang zullen wij doorgaan.
Nog even die vraag van het begin:
Tegen wie zeggen we dit?
Uiteindelijk tegen hen achter deze poort
naar wie ons hart uitgaat:
Wij zullen doorgaan!
Geertien Morsink